Ed en Jolanda Bakker

             Round and around  and around we go - Rihanna

MOUNTAIN GOAT - SNEEUWGEIT  

De sneeuwgeit is een groot hoefdier die voorkomt in de hoge bergen van de VS en vooral in de Rocky Mountains. Hij is meer familie van de gems dan van de geit ondanks hij Sneeuwgeit genoemd wordt. 

De sneeuwgeit heeft korte stevige poten met brede hoeven, zachte eeltkussens en een harde rand.  Het dier is zeer lenig en voelt zich thuis in gebieden waar zelfs bergbeklimmers moeite hebben. Hij springt met gemak van richel tot richel. Zijn voeten fungeren als zuignappen, waardoor hij goed goed kan klimmen op ruwe rotsen en steile hellingen en niet wegzakt in de sneeuw. Hij heeft een dikke wit gelige wollige ondervacht met lange dekharen. Onder zijn kin hangt een baardje, die tot 12 cm lang kan worden. Zijn wintervacht is langer van zijn zomervacht die hij verruilt in juli. Zowel het mannetje als het vrouwtje hebben zwarte, kromme achterwaartse hoorns, die ongeveer 15 tot 30 cm lang kunnen worden. Die van de mannen zijn dikker dan die van de vrouwtjes. Aan de achterzijde van hun kop hebben ze geurklieren. Sneeuwgeiten hebben een lengte van 1.20 tot 1.80 m en 90 tot 1.20 m hoog worden en wegen tussen de 46 en 150 kg. Dit hangt per regio af. De dieren die in het noorden leven zijn groter dan de dieren die in het zuiden leven. De bokken zijn groter dan de vrouwtjes. De sneeuwgeiten hebben tevens een korte staart die tussen de 8 en 20 cm kan worden.

Aan het einde van de herfst, midden november en midden december, vindt de bronstijd plaats. Dit duurt ongeveer twee weken. De bokken bedreigen elkaar, uitdagen uit en doen schijnaanvallen. Echte gevechten vinden zelden plaats. De bokken zijn dan agressief en rammen hun tegenstanders. De hoorns kunnen zijn tegenstander ernstig verwonden. In deze tijd domineren de bokken, de rest van het jaar domineren de vrouwtjes in de groep.  Aan het einde van het voorjaar zoek het vrouwtje een afgezonderd plekje waar een tot drie jongen, na een draagtijd van 180 dagen, worden geboren. De jongen kunnen vlak na de geboorte al lopen en klimmen. De moeder zoogt haar jongen drie tot vier maanden, maar na enkele dagen eten ze ook al vast voedsel. Het jong wordt door zijn moeder weggejaagd, wanneer ze een jaar later opnieuw gaat werpen. 

Sneeuwgeiten zijn grazende herbivoren. Hun eten, afhankelijk van het seizoen, bestaat uit grassen, bloemen, varens, bladeren en takken van struiken. Gedurende de winter leven ze op mossen en korstmossen, twijgen van dennen, sparren, jeneverbes, ratelpopulier en de wortelstokken van varens. Ook likken ze vaak aan stenen om zo minerale zouten binnen te krijgen. De dieren halen water uit het sneeuw en plantensappen. Ze zoeken hun voedsel vroeg in de morgen tot de middag en na zonsondergang. Tussentijds rusten ze uit en heb je het minst kans om ze te zien. Ze liggen vaak in ondiepe kuilen die ze ook wel stofbad gebruiken als het heel warm is, maar ze zoeken ook verkoeling op een bed van sneeuw. 

De sneeuwgeiten leven met hun jongen in een groep tot maximaal zes dieren. Ze staan graag op de uitkijk op een uitstekende rots waar ze alles goed in de gaten kunnen houden. De natuurlijke vijanden van de sneeuwgeiten zijn de poema, de steenarend en de mens. Men jaagt namelijk graag op deze dieren om hun kop aan de muur te hangen en om hun dikke vacht. 

GESPOT in Nationale Parken in Alberta/Canada en Targhee National Forest, WY    

E-mailen
Instagram