DEADWOOD   

Deadwood, ligt in de schilderachtige Black Hills ten westen van South Dakota en is de hoofdplaats van Lawrence County, tussen beboste heuvels in een vallei. De plaats dankt zijn naam aan de dode bomen die door de eerste kolonisten in 1874 werden gevonden, maar is vooral bekend geworden om zijn ruige verleden als “Outlaw City”.   

Door het Verdrag van Fort Laramie werd in 1868 de Black Hills aan de Lakota-indianen toegekend, maar 1874 ging George Custer er heen op expeditie. Hij vond er goud en maakte dit wereldkundig. Dit had als gevolg dat de goudkoorts opgang kwam en het wetteloze kamp werd Deadwood. Het dorp telde toen al snel 5000 inwoners. In 1876 waren het uitbaten van cafe’s, hotels, gokgelegenheden en bordelen een winstgevende aangelegenheid.   

Deadwood heeft een roemrucht geschiedenis en is vooral bekend geworden door de moord op scherpschutter Wild Bill Hickok in saloon #10 in 1876. Hickok ligt op het kerkhof in Deadwood begraven naar een andere grote legende van het Wilde Westen, Calamity Jane. Deadwood zelf was in die tijd een wetteloze plaats in het Dakota Territorium en je werd voor moord en doodslag vaak niet eerlijk veroordeeld. Na de goldrush liep Deadwood leeg en was bijna een ghost town geworden. De plaats kwam pas weer tot leven door de toerisme die met name te danken is aan Mount Rushmore en het Crazy Horse Monument. Deadwoord werd omgetoverd tot een bruisend stad met veel saloons, casino’s, hotels en restaurants. In Main Street vindt je een aantrekkelijke verzameling van oude gebouwen, waarvan sommige gerestaureerd werden en je waant je hier echt in het Wilde Westen.