RACOON - WASBEER
De wasbeer is een roofdier en komt uit de familie van de kleine beren. Ze komen voor in grote delen van Amerika en Noord Europa. De wasbeer dankt zijn naam aan het feit dat hij het voedsel vast houdt met zijn voorpoten en deze wast of oneetbare delen eraf haalt.
Je kunt de wasbeer makkelijk herkennen aan hun zwart-witte gezichtsmasker met grijze strepen die onder en boven dit masker lopen en zijn ruige zwart/wit geringde staart, meestal met vijf ringen. Het dier heeft een brede kop met een spitse snuit, kleine ronde oren, een gedrongen lichaam en korte poten met lange vinger die hij wijd kan uitspreiden en waarmee hij zijn voedsel vast kan houden . De kleur van zijn vacht varieert van grijs/bruin tot donkergrijs. De lichaamslengte van een wasbeer is ong. 6- tot 100 cm en het dier kan 30 tot 35 cm hoog worden met een staartlengte van 20 tot 40 cm. Een volwassen dier weegt ong . 3 tot 15 kg. Wasberen paren van januari tot begin februari en hebben een draagtijd van 60 tot 73 dagen. Het vrouwtje krijgt meestal 4 tot 5 jongen. Ze worden hoog in holen van de boom geboren. Tot 3 weken na hun geboorte zijn de jongen nog blind. Na 11 weken verhuizen ze naar hun nieuwe verblijfplaats. Ze verzorgd haar jong tot 4 maanden. Het jong zal in de herfst het nest verlaten maar als er geen schuilplaats voor het jong is zal het jong nog de winter in het nest van zijn moeder blijven. Na één jaar zijn de jongen geslachtsrijp.
De wasbeer leeft alleen of in kleine familiegroepen. Ze leven graag in een bosrijk gebied en loofwouden met meertjes en rivierstroompjes. Die dieren zijn in een gebied actief waarbij dat door andere wasberen kan overlappen. Omdat de mannetjes zich zeer territoriaal kunnen gedragen komt dit hij hun nauwelijks voor. In hun woonomgeving leven meestal één tot drie vrouwtjes. Wanneer ze elkaar ontmoeten gaat dit gepaard met veel gegrom en dreigingen. Wasberen die niet met elkaar verwant zullen elkaar, over het algemeen, mijden. Soms treft je de dieren overdag aan, regelmatiger wanneer het gaat schemeren maar zijn ’s nachts het meest actief. Ze slapen in ondergrondse hotel of omgevallen bomen, soms in verlaten vogelnesten hoog in de bomen. Gedurende de dag kunnen ze zich ook verschuilen in riolen of schoorstenen. Een verblijfsplaats wordt maar door één wasbeer gebruikt, tenzij het een vrouwtje met haar jong is. De wasberen houden geen winterslaap, maar zullen al het vriest of slecht weer is minder actief zijn. Wanneer de zon weer gaat schijnen komen ze weer tevoorschijn. Dit wordt ook wel winterrust genoemd. De wasbeer loopt langzaam met zijn kop laag bij de grond met een kromme rug en een lage staart, maar hij kan ook zeer snel rennen wanneer dat nodig is. Het dier kan ook goed klimmen en zwemmen. Tijdens het zwemmen gebruikt hij zijn staart als roer. Hij kan zeer goed ruiken wat goed uitkomt wanneer hij naar voedsel zoekt. Met hulp van zijn gevoelige voorpoten kan hij makkelijk voedsel vinden in ondiep water en in de modder. De wasberen zijn ook alles eters, van vissen, kikkers, insecten, kleine zoogdieren, soms een slang tot vruchten en groenten. Ze zijn ook niet bang voor de mens. Ze zijn soms brutaal en stelen zelfs voedsel uit vuilnisbakken, dringen soms binnen in kippenhokken en plunderen plantages.
Wasberen kunnen in het wild ongeveer 16 jaar oud worden en in gevangenschap wel 20 jaar, maar de meeste wasberen halen de 7 jaar niet. Jonge wasberen zijn vaak het prooi van de poema, de lynx, coyote, de oehoe en de steenarend. Maar ook door de mens sterft een groot aantal van de wasberen met name door auto-ongelukken, vergiftigingen en de jacht. Van september tot december mogen er in de VS in het jachtseizoen zo'n 4 miljoen wasberen worden afgeschoten. Maar ze sterven ook door honger, parasieten en ziektes sterven er wasberen.
GESPOT in Key Biscayne, Miami en JN "Ding"Darling Nat. Wild Refuge, FL
