WHOOPING CRANES - TROMPETKRAANVOGEL
De Whooping Crane is de enige kraanvogel en tevens grootste vogelsoort die in Noord-Amerika voorkomt. De kraanvogels danken hun naam aan het trompetgeluid wat ze maken.
Volwassen kraanvogels zijn wit, met een rood voorhoofd en een lange, donkere, puntige snavel. De zwarte vleugelpunten zijn alleen te zien wanneer hij vliegt. De jonge vogels zijn lichtbruin gekleurd. De vogels zijn groot, tot wel 1,5 m hoog, met een spanwijdte van 2,3 m. De mannetjes wegen ong 7,5 kg, de vrouwtjes een kilo lichter. Tijdens de vlucht hangen de lange poten achter het lichaam en wordt de nek recht gehouden.
De kraanvogels overwinteren langs de kust van de Golf van Mexico in Texas. Tijdens de broedtijd, in draslandgebieden op de prairie, bouwen ze hun nesten op de grond en leggen 1 tot 3 eieren, meestal van midden april tot midden mei. De eieren komen tussen de 29 en 35 dagen uit waarna de ouders hun jongen 6 tot 8 maanden voeden. Na een jaar verlaten de jongen het nest. Ze voeden zich met vis, schelp- en weekdieren, slangen, bessen en waterplanten.
De whooping crane is een zeer zeldzame, met uitsterven bedreigde kraanvogelsoort. De vogel kwam voor in heel Noord-Amerika, maar het aantal slonk snel door de jacht. De veren van de kraanvogel waren populair als versiering voor dameshoeden en door habitatverlies door het ontginnen van draslandgebieden voor de landbouw. In 1938 telde de trompetkraanvogelpopulatie nog maar 14 vogels. Gelukkig het is aantal vogels weer behoorlijk aangenomen. De enige stabiele broedende populatie die overgebleven is leven in het Wood Buffalo National Park in de Canadese provincie Alberta.
GESPOT in Okefenokee Nat. Wild Refuge, FL